Pasen
Het Paasfeest kennen we allemaal, maar hoe is het paasfeest ontstaan en waarom eten we paaseieren? En wat doet de paashaas in het hele verhaal?
Pasen of Pesach
Het paasfeest zoals we dat kennen is van oorsprong een Christelijk feest met een Joodse oorsprong. Christenen vieren de wederopstanding van Jezus, waarbij hij symbolisch de dood versloeg en daardoor zijn volgelingen hoop gaf op betere tijden. Dat deze gebeurtenis samen viel met het Joodse Pesach feest is meer toeval omdat de naam Pasen eerder afkomstig is van het Latijnse woord ’pascua’, hetgeen weide betekent. Hierbij is ook een duidelijke verwijzing ingesloten naar de lente, een nieuw begin dus.
[ad#co-2]
Naar mate de verspreiding van het Christendom vorderde, werd in het jaar 324, tijdens het concilie van Nicea, besloten om het Pasen los te koppelen van de joodse feest. Paaszondag zou voortaan elk jaar gevierd zou worden op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente.
Germaanse tradities
Juist om de verspreiding van het Christendom onder de Germaanse volkeren, de heidenen, te stimuleren werden bepaalde niet-christelijke tradities gebruiken geïntegreerd in het Paasfeest. Onder Germaanse stammen stond het ei symbool voor vruchtbaarheid. Het was gebruikelijk om de komst van de lente te vieren door het ophangen of decoreren van bomen met eieren. Een andere verklaring voor het bestaan van paaseieren is dat men vroeger tijdens het vasten, voorafgaand aan de Paasviering, geen eieren mocht eten. Een overschot aan eieren ontstond dus en het massaal eten van eieren was een effectieve manier om dat overschot weg te werken. Naar mate de traditie van het vasten verdween, bedacht men de paashaas om zo doende de kinderen op een speelse manier bij de viering van het Paasfeest te betrekken.